Dood door schuld (in België: “onopzettelijk doden”) is een misdrijf, waarbij iemand het leven verliest door de schuld van een ander.
Schuld moet hier gelezen worden als verwijtbaar gedrag. We spreken hier van een culpoos (culpa = schuld) misdrijf. Het verwijtbare gedrag kan zich op meerdere wijzen voordoen. Iemand kan het risico dat een ander zijn leven zou verliezen wel hebben gezien, maar verkeerd ingeschat (bewuste schuld). Iemand kan echter ook het risico volledig over het hoofd hebben gezien, terwijl hij het wel had moeten weten (onbewuste schuld). In ieder geval is er sprake van ondermaats gedrag, waardoor iemand zijn leven verliest. Dit kan zowel een doen als een nalaten zijn.
Indien iemand het risico niet kende of behoorde te kennen, of zich voldoende heeft ingespannen om het risico af te wenden, is er geen schuld, en zal er dus ook geen dood door schuld zijn.
Het verschil met moord en doodslag kan worden samengevat met de constatering dat een moordenaar heeft nagedacht toen hij dat niet moest doen (namelijk over het beroven van een leven), terwijl bij dood door schuld de dader juist niet heeft nagedacht toen hij dat wel moest doen (over gevaren).
Een aantal voorbeelden van dood door schuld zijn:
- Bij het vrij zwemmen van een schoolklas, waarvan de helft wel en de helft niet kan zwemmen, let de badmeester niet op, waardoor een jongen in het bad verdrinkt.
- Een verpleegster geeft door onoplettendheid een verkeerde injectievloeistof aan, waardoor de dokter bij een operatie de patiënt een dodelijke dosis adrenaline geeft (verpleegster-arrest).
- Een scheikundige neemt explosieve chemicaliën mee naar huis. Een huisgenoot vraagt zich af wat dat spul is. Hij schudt het flesje, dat echter nitroglycerine blijkt te bevatten, en met een knal ontploft, waardoor hij op slag overlijdt.
Wet(boek): | Strafrecht |
---|---|
Artikel: | 307 |
Omschrijving: | Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren of geldboete van de vierde categorie. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaren of geldboete van de vierde categorie. |
Wet(boek): | Strafrecht BES |
---|---|
Artikel: | 320 |
Omschrijving: | Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste negen maanden. Indien de dood, bij gelegenheid van een botsing, aan- of overrijding met een door de schuldige bestuurd motorrijtuig, of bij gelegenheid van enige handeling ter voorkoming van een botsing met of aan of overrijding door dat motorrijtuig, veroorzaakt is door de botsing, aan- of overrijding dan wel door de handeling ter voorkoming daarvan, wordt degene, aan wiens schuld die dood te wijten is, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. |